ZigZagCity in de Architect

Ontdek jouw stad opnieuw

Auteur Marit Overbeek


Op een nieuwe manier naar de stad kijken, is de succesformule van ZigZagCity. Dit architectuurfestival, onderdeel van de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (IABR), is nu bezig en duurt tot 9 juni. Dit jaar kun je kriskras door het Laurenskwartier dwalen, onderdeel van de historische stadsdriehoek en bomvol met oude en nieuwe architectuuriconen. Met de speelse interventies van ZigZagCity ontdek je dit stadsdeel als het ware opnieuw.

Je start bij ZigZagTravel, het reisbureau in een leeg winkelpand op de Delftseveer. Hier boek je rondleidingen, laat je je informeren over wat er nog meer te doen is, haal je routekaarten en plattegronden op en koop je kaartjes voor voorstellingen, zoals de Balkonscènes. DeArchiguides starten hier hun excursies. Wij kozen de rondleiding door deStadsverwarmingscentrale en de ZigZagWalk.

Middenin de stad, naast de Albert Heijn aan de Meent en aan het Grote Kerkplein, ligt een onderstation van de Rotterdamse Stadsverwarming. Het sobere pand maakte de eerste stadsverwarming mogelijk en functioneert nu nog steeds onder regie van E.ON. Regelmatig krijgt die verzoeken van mensen die denken dat het pand leegstaat en er horeca in willen vestigen. Wat je binnenin te zien krijgt is vooral spannend als je van buizen en tanks houdt.

Menselijke maat

Terug bij ZigZagTravel voor onze anderhalf uur durende wandeling horen we meer over het ontstaan van de bijzondere, schuine balkonwoningen aan de Delftsevaart. Dit ontwerp van Jan Hoogstad was bedoeld om de menselijke maat in de binnenstad van Rotterdam, die tijdens de wederopbouw zwom in de ruimte, terug te brengen. Klein, kruip door-sluip door, met nissen en hoekjes en water bedoeld om in te recreëren. Dat is teloor gegaan in de loop der jaren. Hoogstads ideeën zijn in ReCreatie Delftsevaart op diverse speelse manieren nieuw leven ingeblazen: met levensgrote maquettepoppen die het gebruik van de vlonders illustreren, een drijvende picknickbank, handbediende vlotten, een eendenstraat en een duikplank boven de vaart. Dit idee van Max Rink (Sprikk) en Else Marijn Kruijswijk maakt van het water een fictief zwembad. Helaas vertelt onze Archiguide dat het water niet van zwemkwaliteit is…

Wandelend langs het in aanbouw zijnde Timmerhuis, het afschuwelijk aangepakte politiebureau (wiens werk was dit?), en de kerk van de Doopsgezinde Gemeente aan de Noordmolenwerf, verrijst voor ons het nieuwe deel van de Luchtsingel. De bouwers ervan hebben hun houten, gele luchtbrug nu van een rotonde voorzien op Park Pompenburg.

Dit eerst vergeten stukje stad, waar het puin werd gedumpt uit de verwoeste stad, is nu verbonden met de Hofbogen en met het Schieblock. Onder de rotonde wordt momenteel een park aangelegd door buurtbewoners en allerlei andere betrokken partijen. De gezelligheid rondom twee witte mobiele containers op het deel naast de Goudsesingel trok ons aan, maar we hadden geen tijd. Helaas misten we aan het eind van de dag het kampvuur met bloesemcocktails en het zelf leren bier brouwen!

Wederopbouw klaar voor sloop

Terug over de oude gedempte Binnenrotte lopen we naar het Grote Kerkplein. We horen dat de plannen om de verwaarloosde Westewagengebouwen te slopen en te vervangen voor nieuwbouw ver gevorderd zijn. Vooral het middelste pand is een prachtig staaltje wederopbouwarchitectuur, daar moet een groep bewoners toch in zijn geïnteresseerd? Via Twitter verneem ik dat de eigenaar hier studentenflatjes neer wil zetten, doodzonde.

De brug van de Westewagenstraat naar het Grote Kerkplein heeft volgens onze gids voor een opwaardering gezorgd. Hoewel 100 meter verderop links en rechts bruggen zijn, was het plein een dooie bedoening. Door een extra brug direct naar het plein aan te leggen, en door een openbaar podium van Atelier KempeThill, is de levendigheid hier aan het terugkeren.

Het moderne winkelen

Prachtige wederopbouwpanden als De Huf en Galerie Modernes aan de Hoogstraat zijn nu behoorlijk verrommeld. De excursie brengt je terug naar beter tijden, toen Van den Broek en Bakema hier warenhuis Galerie Modernes bouwden, toen een toonbeeld van moderniteit. De producten als transistorradio’s en kleine meubelen lagen uitgestald in prachtige vitrines en eilandetalages, bij de opening ‘een kleine Lijnbaan’ genoemd. Aldo Vos van Broekbakema bracht samen met kunsthistoricus Andrée Koch de jaren vijftig terug met een reconstructie van een Lijnbaanvitrine.

Netjes naaien

Achter de Hoogstraat liggen de Hang en de Zijl. Een speciaal plekje voor ons, omdat ik een tijdje terug op twee woningen aan de Zijl heb opgepast. Het Singerpand is na het bombardement als eerste opgeleverd. Grenzend aan de stoffenmarkt startte naaimachineproducent Singer er een atelier. Voor ZigZagCity is de eerste verdieping van het gebouw omgetoverd tot de SingerSweatshop. Architectenbureau Land and Civilization Compositions liet zich door de geschiedenis inspireren tot de installatie van vlas: Urban Fabric. Ook zit er elke dag een andere modeontwerper te werken achter de naaimachine.

De tocht eindigt in het Blaakse Bos, oftewel bij de Kubuswoningen van Piet Blom. Het wooncomplex is dit jaar dertig jaar oud en populair bij toeristen, maar niet bij Rotterdammers zelf. Om te laten zien dat er ook een comfortabele verbinding met de Oude Haven is, zonder stoplichten en verkeer, haalde ontwerpbureau Landlab bergen kamerplanten binnen. Ze maken van het Blaakse Bos zo een exotisch paradijs. Een oase in de stad. Met het ontwerp vwordt ingespeeld op het labyrinthische karakter van de brug, met hellingbanen, pleintjes, nissen en trappen.

We verzuchten na afloop: Waarom is er geen ZigZagCity in Utrecht, onze eigen stad? En waarom gaan we dat zelf niet organiseren? Ook Utrecht heeft genoeg stukken stad net buiten het historische centrum die zich lenen om opnieuw ontdekt te worden. Het lijkt ons leuk Utrechters en geïnteresseerden van buiten de stad mee te nemen op reis door bijvoorbeeld Kanaleneiland, Lombok, Hoograven, Wittevrouwen, Rotsoord of onze eigen Rivierenwijk. ZigZagCity in Rotterdam is mogelijk door de subsidies en fondsen die het IABR financiëren, zo’n architectuurfestival heeft Utrecht (nog) niet. Maar dat kan er best komen! Als het aan ons ligt, tot ziens in Utrecht!

Lees het volledige artikel in de Architect